Nieuws

NoPalm Ingredients: Een duurzaam en circulair alternatief voor palmolie

Gepubliceerd op
21 maart 2023

Aardappelschillen, suikerbietenafval, bierborstel, afgekeurde groenten. Voor het ene bedrijf is het afval, voor het Wageningse bedrijf NoPalm Ingredients, gevestigd op Business & Science Park Wageningen, zijn het grondstoffen om oliën en vetten mee te maken. CEO Lars Langhout: “Wij kunnen alle organische stoffen gebruiken, zolang ze maar suiker, organische zuren en alcoholen bevatten. Met onze technologie kunnen wij reststromen fermenteren tot bijvoorbeeld olie die weer gebruikt kan worden in uiteenlopende producten: van koekjes en broodbeleg tot shampoo en tandpasta. En daarmee hebben we een duurzaam alternatief voor palmolie ontwikkeld. Met 90% minder CO2-uistoot, 99% minder landgebruik en daardoor geen afbraak van de biodiversiteit.”

“Door het inzetten van gisten fermenteren wij reststromen tot oliën en vetten die de palmolie in bijvoorbeeld voeding en cosmetica kan vervangen. De technologie die wij daarvoor hebben ontwikkeld is heel breed toepasbaar en biedt veel mogelijkheden. Daarin zit ook de innovatie. Er zijn meer bedrijven die olie en vetten maken om palmolie te vervangen, maar wij zijn - voor zover ik weet - de enige die daarvoor fermentatie van reststromen gebruiken. Er is zowel nationaal als internationaal veel interesse voor dit proces.”

Hoe is Nopalm Ingredients onstaan?

Ik heb internationale bedrijfskunde gestudeerd en na het werken als strategie consultant bij verschillende voedingsbedrijven als opdrachtgever, wilde ik meer dan alleen een commerciële uitdaging. Iets doen dat echt impact heeft. Ik kwam in contact met Jeroen Hugenholtz die binnen Wageningen Food & Biobased Research (WUR) veel ervaring had met fermentatie van reststromen. Maar deze technologie had zich nog niet op grote schaal bewezen. Het idee ontstond om samen een bedrijf te starten. De gewenste schaalvergroting hebben wij met NoPalm Ingredients binnen een jaar kunnen aantonen.

We geloven ook echt in de impact van deze technologie. Stel je voor dat wereldwijd reststromen niet meer als afval worden gezien en dat de valorisatie van reststromen ‘common practice’ is. Met behulp van een externe Life Cycle Assesment (LCA) is bewezen dat je met onze technologie 90% CO2-reductie hebt en 99% minder land gebruikt in vergelijking met palmolie.

Wat zijn recente successen waar je met plezier op terugkijkt?

Het afgelopen jaar was een rollercoaster. Ik ben er trots op dat we binnen een jaar zover zijn dat we 2000 liter biomassa kunnen fermenteren. Dat is snel, veel startups hebben 5 tot 7 jaar nodig om tot opschaling te komen. Maar het meest trots ben ik op ons team van nu 15 mensen, veelal met een research & development (R&D) achtergrond. Veel van hen zijn WUR-alumni en richten zich op het onderzoek. Natuurlijk hebben we ook mensen in ondersteunende en commerciële rollen om de link met de markt te gaan maken.

Onze eerste pilot met Colgate Palmolive, die we kortgeleden zijn gestart, is ook een mijlpaal. Daarin gaan we onderzoeken hoe we hun reststromen om kunnen zetten in oliën en vetten voor hun producten.

In het begin hebben wij ondersteuning gekregen van een WUR-operator die ons geholpen heeft met onze eerst proeven. En we maken gebruik van het enorme netwerk dat Jeroen Hugenholtz bij WUR. Natuurlijk liften we mee op de goede naam die Wageningen heeft in de wereld. Als ik op een congres ben in het buitenland en ik vertel dat we in Wageningen zitten, dan opent dat deuren. Wageningen is wat dat betreft net zo bekend als Amsterdam. Je merkt ook dat WUR echt wordt gezien als de Champignons League in de R&D op het gebied van voeding. Naast onze eigen WUR-alumni spraken we ook met studenten van WUR, o.a. op de Career Day. Ook zij hebben al een hoog niveau. En dan heb ik het nog niet gehad over de mooie en inspirerende campus.

Wij hebben de luxe dat klanten bij ons in de rij staan. Veel bedrijven zijn op zoek naar alternatieven voor palmolie. Om zo optimaal de waarde uit hun keten te halen maar tegelijkertijd hun CO2 footprint te verlagen.
Lars Langhout, NoPalm Ingredients

Wat kunnen jullie toevoegen aan het campus ecosysteem of vice versa?

Ik geloof erg in ecosystemen. Spelers op de campus helpen ons en wij helpen hen. We zitten in een regio met veel kennishouders en innovatieve kracht, interessante startups, werkgevers voor talenten (niet alleen jong talent). Wat is er mooier dan het delen van die aanwezige kennis en kunde. Nederland, de provincie Gelderland en Wageningen moeten zich realiseren wat een innovatieve potentie hier zit op het gebied van Agri en Food. Met zo’n potentie zou in elke niche op het gebied van Food toch minstens één bedrijf met Wageningse roots in de top-3 van innovatieve bedrijven moeten staan?

Naar mijn mening komen er hier nu minder in potentie succesvolle startups tot wasdom dan zou kunnen. Als ecosysteem of als overheid kun je ervoor kiezen om aan startups met impact meer ondersteuning bieden. Niet altijd in de vorm van financiering, maar wel - meer dan we nu al doen - helpen om hun ‘proof of concept’ tot een commercieel succes te maken. Bijvoorbeeld met garanties of door het bij elkaar brengen van de juiste partijen.

Nu zijn startende bedrijfjes afhankelijk van investeerders die zo weinig mogelijk risico willen lopen. En daarom vaak hoge verwachtingen hebben met moeilijk te behalen eisen. De toppositie van WUR op het gebied van Food en R&D zou toch startups voort moeten brengen die een commercieel succes zijn en die impact kunnen hebben?

Wat zie je voor ontwikkelingen in de toekomst voor je bedrijf?

De volgende stap is een eigen R&D pilot hub met 5000 liter biomassa fermentatiecapaciteit. En we willen kijken of we nog meer uit het verwaarden van zijstromen kunnen halen. Wij maken het product op basis van de individuele wensen van de klant. We moeten dus voor elke klant opnieuw onderzoek doen en inmiddels ook met grotere hoeveelheden. Daarvoor zoeken we dus naar een grotere R&D-faciliteit hier in de buurt. Daarbij moeten we ons ook richten op de groei van ons team en op de financiering van al onze plannen.

Op de lange termijn gaan we ons richten op een zogenaamde co-locatie bij de klant. Onze wens is dat we (hopelijk wereldwijd) fermentatie-installaties hebben bij de Agri-Food bedrijven zelf. Dan kunnen we ter plekke de rest- en zijstromen verwerken voor de klant. Zij kunnen die hergebruiken in hun eigen productieproces of doorverkopen. Op die manier heb je geen transportkosten en heb je het minste risico op besmettingen.

Wij hebben de luxe dat klanten bij ons in de rij staan. Veel bedrijven zijn op zoek naar alternatieven voor palmolie. Zij willen zoveel mogelijk waarde uit hun keten halen en hun CO2 footprint verlagen. Ons product is dan een heel aantrekkelijk alternatief.

Meer weten?