Interview

New Dawn Bio: Hout uit het lab

Op het Business & Science park onderdeel van Wageningen Campus is sinds september de startup New Dawn Bio gevestigd. Oprichter Tom Clement zet daar samen met celbioloog Ruben van Spoordonk de eerste stappen om houten producten rechtstreeks van stamcellen van bomen te maken. Clement vertelt wat zij doen en waarom de campus voor hiervoor de ideale plek is.

Hoe kwam jullie op het idee om hout direct uit houtcellen maken, in plaats van uit een boom?

‘Waarom zou je een heel organisme groeien, als je maar een klein gedeelte gebruikt? Daar begon ik tijdens mijn studie Bioinformatica en systeembiologie over na te denken. Het is toch gek om rechthoekige planken te maken uit een ronde boomstam. Je kunt de boom niet vierkant maken, dus dan zul je cellen moeten kweken om hout van te maken. Dat gebeurt al bij het ontwikkelen van kweekvlees, cellulaire melk en kaas. Wij trekken dat idee naar de wereld van planten.’

Welk probleem los je daarmee op?

‘Als je hout kunt maken zonder bomen te laten groeien, dan kun je problematische ontbossing en mensenrechtenschendingen tegengaan. Het idee is dat we straks materialen bouwen met stoffen die we volledig onder controle hebben. Voeg je bijvoorbeeld meer houtvaten toe dan vezels, dan wordt het materiaal lichter. We gaan dus zelf aan de knoppen draaien. Je kunt dan hout maken dat moeilijk verkrijgbaar is, of in de natuur helemaal niet bestaat.’

Hoe maak je dan uit losse plantencellen een houten product?

‘Het begint met zaailingen die groeien op gelei. Daar halen we specifieke cellen uit die in een oplossing met voedingsstoffen en groeihormonen uitgroeien tot een klompje weefsel. Vervolgens laten we die cellen differentiëren tot dezelfde soorten cellen die je in hout vindt, zoals houtvaten en vezels. Tot slot gebruiken we een nieuwe techniek om de cellen aan elkaar te plakken in een bepaalde vorm. Over die eerste stappen is veel bekend in de wetenschap. Die laatste stap gaan we in de komende maanden bewijzen.

Waar haal je verder de kennis vandaan die je nodig hebt?

‘Bijvoorbeeld van de ontwikkeling van kweekvlees. Het eerste Nederlandse bedrijf dat dit doet, kan in principe al op grote schaal produceren. Dat heeft tien jaar geduurd, maar nieuwe bedrijven doen dat veel sneller. Wij maken een heel ander product, maar we kunnen de kennis die daar ontwikkeld is, ook gebruiken. Hun technieken om een bepaalde structuur te bouwen, zijn ook voor ons relevant. En we kijken ook hoe zij opschalen naar massaproductie.’

Wissel je ook kennis uit met je buren?

‘Onze ‘buren’ in dit laboratorium kweken zalmcellen. Het lab zelf is van Hudson River Biotechnology, experts in plantenbiologie en genetica. Wij huren de faciliteiten bij hen. Dichter bij elkaar kun je niet zijn om kennis uit te wisselen. Een verdieping lager zit een bedrijf dat kweekmedium maakt. Dat is ook interessant voor ons. En in het gebouw hiernaast zit Stichting Hout Research, een organisatie die advies geeft over hout en daarbij kennis in huis heeft over heel veel verschillende houtsoorten. Van hen kunnen we ongetwijfeld bijleren over hout. We zitten niet voor niets in Wageningen en specifiek op deze plek. Het had niet beter gekund.’

Werken jullie ook samen met de universiteit?

‘We hebben twee adviseurs van WUR: plantencelbioloog Tijs Ketelaar en celfysicus Bela Mulder. De komende tijd gaan we een kennisvoucher van RVO inzetten voor onderzoeksprojecten samen met WUR. Op de wat langere termijn zie ik ook voor me dat studenten van de opleiding Biologie bij ons komen voor projecten en stages.’

Hoe ziet de toekomst eruit?

‘Ik denk dat we nog lang op Wageningen Campus blijven. We ontwikkelen hier de technologie en zijn van plan om daarna een productiefaciliteit op te zetten. Dat willen we het liefst ook niet al te ver hiervandaan. Daarna wordt het een licentiemodel voor de methode en materialen. De productie kan straks overal ter wereld plaatsvinden.’