Nieuws

Voorkomen verlanding vijvers met maaiboot

Gepubliceerd op
20 september 2019

In de vijvers op de campus groeien riet en lisdodde steeds verder het water in. Op 21 september zouden deze worden gemaaid met een maaiboot. Deze maaisessie kon op deze datum echter niet doorgaan vanwege de lage waterstand. Maaien bij deze waterstand zou het water vertroebelen met mogelijk gevolg de dood van veel vissen. Er wordt nu vanaf de oevers gemaaid en later in het jaar met de maaiboot.

Beheer

Het beheer van de oevers en rietkragen van de vijvers op de campus is erop gericht verlanding tegen te gaan. Hierdoor blijft een geleidelijke overgang van droog naar nat behouden. Langs deze gradiënt vinden veel verschillende planten en dieren hun plek.  

Het beheer bestaat uit het maaien van de oevers en het verwijderen van de planten die de vijver ingroeien. Hiertussen hoopt zich namelijk organisch materiaal op, waardoor de vijvers langzaam maar zeker dichtslibben (verlanden). De oevers worden om het jaar gemaaid. Door de ene helft het eerste jaar en de andere helft het tweede jaar te maaien, blijft altijd een groot deel van de oevervegetatie beschikbaar om dieren die op de overgang van nat naar droog leven een thuis te bieden. Af en toe is ook onderhoud in het water van de vijvers nodig. Dat wil zeggen dat een deel van de planten en het slib eruit wordt gehaald. Hoe vaak is afhankelijk van de snelheid waarmee de vegetatie de vijvers in groeit.

Maaien op 21 september

Op 21 september worden de planten in de vijver gemaaid tot 10 cm boven de vijverbodem. Het maaisel wordt hoog op de randen gelegd zodat de randbegroeiing niet verstikt of wordt beschadigd, en daarna opgehaald. Door dit in september te doen is het water nog warm genoeg voor bijvoorbeeld amfibieën om een goed heenkomen te zoeken, terwijl het riet te weinig tijd heeft zich nog voor de winter te herstellen. Mogelijk dat over een aantal jaar een rigoureuzere aanpak nodig is, waarbij ook het slib wordt verwijderd. 

Voorkomen 'slachtoffers'

Helaas kan het gebeuren dat de werkzaamheden ‘slachtoffers’ veroorzaken onder de waterdieren. We proberen dat zoveel mogelijk te voorkomen. Als het maaien echter niet gebeurd, verruigen en verarmen de oevers zodanig dat het juist voor deze dieren geen geschikte leefomgeving meer biedt. Door het gefaseerde maaibeleid van de oevers en de watervegetatie, vertraagt het verlandingsproces en blijven er altijd grote delen van de vijvers beschikbaar voor flora en fauna die bij meer open water horen. Door een deel van het riet te laten staan hebben ook de daarvan afhankelijke planten en dieren een plek om te wonen.

De werkzaamheden worden gecombineerd met de tweede ronde maaien van de bloemenweides.